088 - 448 70 00 Inloggen 088 - 448 70 00 Inloggen

Competenties

Een overzicht van competenties.

Aanpassingsvermogen

Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omgevingen, taken, verantwoordelijkheden of mensen.

Ambitie

Gedrag tonen dat erop gericht is carrière te maken en succes te boeken. Investeren in de eigen ontwikkeling om dit te bereiken.

Besluitvaardigheid

Beslissingen nemen, door acties te gelasten of meningen uit te spreken, ook wanneer zaken onzeker zijn of risico's inhouden.

Coachen

Anderen helpen hun ontwikkelingsmogelijkheden te zien en te specificeren; hen helpen bij het optimaal benutten en versterken van hun competenties, zowel in de functie als in de loopbaan.

Communiceren

Ideeën en informatie in heldere en correcte taal communiceren, zodanig dat de essentie bij anderen overkomt en wordt begrepen.

Conceptueel denken

Breder of dieper inzicht verschaffen in problemen of situaties door deze in een meer omvattend kader te plaatsen of door verbanden te leggen met andere informatie.

Contracteren

In commercieel kansrijke situaties systematisch toewerken naar het daadwerkelijk afsluiten van contracten; steeds gericht zijn op het sluiten van bindende overeenkomsten.

Creativiteit

Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken.

Delegeren

Eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op duidelijke wijze toedelen aan de juiste medewerkers.

Durf

Risico's aangaan om uiteindelijk een bepaald herkenbaar voordeel te behalen.

Empathie

In het contact laten merken de gevoelens, houding en motivatie van anderen te onderkennen en daarvoor open te staan. De eigen invloed op anderen begrijpen en er rekening mee houden.

Energie

Gedurende een lange periode in hoge mate actief zijn wanneer de functie dat vraagt. Hard werken, uithoudingsvermogen hebben.

Flexibiliteit

Wanneer zich problemen of kansen voordoen zonodig de eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken.

Initiatief

Kansen zoeken en daarop actie nemen. Liever op eigen initiatief handelen dan passief afwachten.

Integriteit

Handhaven van sociale en ethische normen in het werk, ook als de verleiding of druk om het minder nauw te nemen groot is. Vertrouwen wekken in eigen professionaliteit en integriteit.

Klantgerichtheid

Onderzoeken van de wensen en behoeften van de klant en laten zien vanuit dat perspectief te denken en handelen.

Kwaliteitsgerichtheid

Hoge eisen stellen aan de kwaliteit van eigen werk en aan dat van anderen; voortdurend verbeteringen nastreven

Leidinggeven (groep)

Richting en sturing geven aan een groep; samenwerkings¬verbanden stimuleren, tot stand brengen en handhaven om een beoogd doel te bereiken.

Leidinggeven (individueel)

Richting en sturing geven aan een medewerker in het kader van diens taakvervulling. Diens instemming en actie verkrijgen om bepaalde doelen te bereiken.

Lerende oriëntatie

Aandacht tonen voor nieuwe informatie, deze in zich opnemen en effectief toepassen.

Luisteren

Belangrijke boodschappen oppikken uit mondelinge communicatie; aandacht en ruimte geven aan gesprekspartners, op reacties ingaan en waar nodig kunnen doorvragen.

Omgang met details

Tonen aandacht te hebben voor details; langdurig effectief kunnen omgaan met detailinformatie.

Omgevingsbewustzijn

Laten blijken goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren; deze kennis effectief benutten voor de eigen functie of organisatie.

Onafhankelijkheid

Acties ondernemen die meer gebaseerd zijn op eigen overtuigingen dan op een verlangen om anderen een plezier te doen. Een eigen koers varen.

Onderhandelen

De belangen van de eigen eenheid of organisatie in directe contacten met gesprekspartners behartigen, zodanig dat met behoud van wederzijds respect gunstige resultaten voor de eigen eenheid of organisatie worden bereikt.

Ondernemerschap

Signaleren van businessmogelijkheden, deze zelf actief beïnvloeden en daarbij verantwoorde risico's durven te nemen.

Oordeelsvorming

Mogelijke handelwijzen, en de informatie daarover, tegen elkaar afwegen in het licht van relevante criteria; op basis daarvan tot realistische beoordelingen en keuzes komen

Optreden

Zichzelf in houding en gedrag zó presenteren dat de eerste indruk bij anderen positief is; deze indruk in bestendig respect of sympathie kunnen omzetten.

Organisatiebewustzijn

Laten zien te begrijpen hoe een organisatie functioneert; bij acties rekening houden met de gevolgen voor de eigen organisatie en/of de organisatie van de klant.

Organiseren

De voor een plan benodigde mensen en middelen identificeren en verwerven; deze zodanig inzetten dat beoogde resultaten effectief worden berei

Overtuigingskracht

Ideeën, standpunten en plannen zó overtuigend bij anderen naar voren brengen dat zij, ook na aanvankelijke twijfels, daarmee instemmen.

Plannen

Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen plannen om de gestelde doelen te kunnen bereiken.

Probleemanalyse

Een probleem ontleden in componenten; de herkomst ervan en de interne samenhang beschrijven. Opsporen van mogelijke oorzaken, verzamelen van relevante gegevens.

Resultaatgerichtheid

Handelingen en besluiten richten op het daadwerkelijk realiseren van beoogde resultaten.

Samenwerken

Actief bijdragen aan samenwerking voor gemeenschappelijke doelen, ook wanneer dat geen direct persoonlijk belang dient; daartoe de onderlinge communicatie bevorderen.

Sociabiliteit

Vlot en effectief leggen en onderhouden van contacten met anderen ten dienste van het werk; zich gemakkelijk in allerlei gezelschap begeven.

Stresstolerantie

Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. Daarbij kalm en in proportie met het belang van de zaak reageren.

Vasthoudendheid

Vasthouden aan een gekozen aanpak of opvatting totdat het beoogde doel bereikt is.

Verantwoordelijkheid

Nakomen van gemaakte afspraken en de consequenties ervan aanvaarden. Bij in gebreke blijven de gevolgen voor eigen rekening nemen en nadelige gevolgen voor anderen zo goed mogelijk wegnemen.

Visie ontwikkelen

In hoofdlijnen de richting aangeven waarin de organisatie en haar omgeving zich bewegen; de doelstellingen voor het langetermijnbeleid formuleren.

Visie uitdragen

De richting waarin de organisatie zal gaan en de doelen die worden nagestreefd op een aansprekende wijze overbrengen en er draagvlak voor creëren.

Voortgang bewaken

Effectief bewaken en controleren van de voortgang in eigen werk en dat van anderen, met de beschikbare tijd en middelen; actief instellen en hanteren van daarop gerichte procedures en anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.

Zelfbeheersing

Ook in sterk emotionerende situaties in staat zijn adequaat met de eigen emoties om te gaan; in staat zijn escalaties te vermijden en zich niet nodeloos emotioneel te binden.